Op 1 januari wijzigen er ook dit jaar een aantal arbeidsrechtelijke zaken. De meest van toepassing zijnde nieuwe regelgeving voor onze medewerkers hebben we op een rijtje gezet.
Wettelijk MinimumLoon stijgt
De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2019. Het wettelijk bruto minimumloon voor werknemers van 22 jaar en ouder wordt volgens de Staatscourant:
Leeftijd | 36 uur p.w. | 38 uur p.w. | 40 uur p.w. |
22 jaar en ouder | € 10,36 | € 9,82 | € 9,33 |
21 jaar | € 8,81 | € 8,35 | € 7,93 |
20 jaar | € 7,26 | € 6,87 | € 6,53 |
19 jaar | € 5,70 | € 5,40 | € 5,13 |
18 jaar | € 4,93 | € 4,67 | € 4,43 |
17 jaar | € 4,10 | € 3,88 | € 3,69 |
16 jaar | € 3,58 | € 3,39 | € 3,22 |
15 jaar | € 3,11 | € 2,95 | € 2,80 |
Werknemer heeft langer partnerverlof bij geboorte
Werknemers krijgen vanaf 2019 maximaal éénmaal de wekelijkse arbeidsduur doorbetaald verlof als hun vrouw of vriendin is bevallen. Als de wekelijkse arbeidsduur minder dan twee dagen is, wordt een geboorteverlof van twee dagen toegekend. Werknemers kunnen dit verlof aansluitend op de bevalling opnemen, maar dat mag ook in de eerste vier weken na de bevalling.
Vanaf 2020 wordt de verlof regeling voor partners nog ruimer. Ze mogen dan in het eerste halfjaar na de geboorte vijf weken onbetaald opnemen met recht op een UWV-uitkering van 70 procent van hun laatstverdiende loon.
Werknemer heeft langer pleegzorgverlof en adoptieverlof
Werknemers die een kind adopteren of een pleegkind in huis nemen, hebben recht op adoptie- of pleegzorgverlof. Vanaf 2019 kunnen werknemers zes weken met pleegzorg- en adoptieverlof. Dit verlof geldt voor beide ouders. Tijdens het pleegzorg- of adoptieverlof hebben ze recht op een uitkering ter hoogte van het (maximum)dagloon.
Inkomstenbelasting daalt voor de meeste huishoudens
Het huidige stelsel van de inkomstenbelasting met vier schijven wordt vervangen door een tweeschijvenstelsel per 2021. Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief (37,05 procent) en een toptarief (49,50 procent) nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf 21.000 euro per jaar.
Het tarief in de huidige tweede en derde schijf daalt in 2019 van 40,85 procent naar 38,10 procent. Het tarief in de huidige eerste schijf stijgt van 36,55 procent naar 36,65 procent. Het tarief in de huidige vierde schijf daalt van 51,95 procent naar 51,75 procent.
Wilt u meer weten over deze payroll wijzigingen in de regelgeving? Neem dan contact met ons op, onze payroll specialisten kunnen u meer vertellen over deze nieuwe regelgeving.